De Energiefabriek013 en ook de energie adviseurs krijgen veel vragen over het salderen van zonnestroom, geleverd door zonnepanelen. Daarover is veel onduidelijkheid. De wijzigingen van de regels in de komende jaren, hebben die onduidelijkheid nog groter gemaakt. Sommige mensen zien daarom af van zonnepanelen en dat is heel jammer. Want investeren in zonnepanelen loont echt, en dat blijft zo.
Om antwoord te geven op de vele vragen zal ik eerst uitleggen hoe de situatie nu is. Daarna zal ik ingaan hoe de situatie in 2023 en straks over enkele jaren zal worden.
Salderen nu
Stel je hebt 10 zonnepanelen van 400 Wp. Op een zeer zonnige dag leveren die 10 x 400 = 4000 Wp op. Volgens een vuistregel is de jaarlijkse gemiddelde opbrengst 0,9 x 4000 = 3600 kWh.
Het is zo’n zonnige dag en alle elektrische apparaten staan uit. Op dat moment wordt er dus 4000 Wp terug geleverd aan het net. Je besluit om de wasmachine aan te zetten en die verbruikt 2500 Wp. Een groot deel van de zonnestroom vloeit dan rechtstreeks van de zonnepanelen naar de wasmachine en er wordt nog maar 4000 – 2500 = 1500 Wp terug geleverd aan het net.
Conclusie: alles wat de zonnepanelen opbrengen en je op dat moment niet in huis verbruikt, lever je terug aan het openbare net. Dat heet ‘teruglevering’. Maar alles wat je in huis méér verbruikt dan de zonnepanelen opbrengen, haal je uit het openbare net. Dat heet ‘levering’.
In de zomermaanden zul je dus veel terugleveren. Maar in de winterperiode en in de avond en ’s nachts, als de zonnepanelen geen stroom opwekken, levert de energieleverancier dus netto aan jou.
We maken het nog wat moeilijker. Je zonnepanelen wekken in een jaar 3600 kWh op. Daarvan verbruik je rechtstreeks 1100 kWh. Je levert dan netto 3600 – 1100 = 2500 kWh terug aan het net. Je omvormer van de zonnepanelen zal dan aangeven dat je panelen in dat jaar 3600 kWh hebben opgewekt, en je slimme meter zal aangeven dat je 2500 kWh hebt teruggeleverd.
Stel dat je in de donkere periode (winter en ’s nachts) 3000 kWh opneemt uit het openbare net. De energieleverancier zal die twee dan ‘salderen’, oftewel de leverancier zal de 2500 kWh die jij hebt teruggeleverd wegstrepen tegen 2500 kWh die de leverancier aan jou heeft geleverd. Per saldo heeft de energieleverancier dan aan jou geleverd 3000 – 2500 = 500 kWh. Aannemende dat 1 kWh € 1,00 kost, betaal je dan aan de energieleverancier netto 500 x € 1,00 = € 500 per jaar.
Tot zo ver gaat alles goed. Maar stel dat jij hebt teruggeleverd 2500 kWh en slechts 2100 kWh hebt opgenomen uit het net. Dan heb je dus per saldo meer teruggeleverd dan opgenomen, namelijk 2500 – 2100 = 400 kWh. En dan geldt opeens een ander lager tarief, namelijk het tarief dat je met je leverancier hebt afgesproken, zeg bv € 0,09. Dit heet ‘terugleververgoeding’, en die is meestal een heel veel lager dan het normale tarief. Je krijgt dan dus niet 400 x € 1,00 maar slechts 400 x € 0,09 = € 36 terug.
Het is dus slim om de gemiddelde jaarlijkse energie die de zonnepanelen opwekken niet hoger te maken dan de energie die je jaarlijks (zonder panelen) verbruikt. Dat is makkelijk uit te rekenen, zie onder dit artikel.
Een tweede addertje is dat enkele energieleveranciers niet salderen over een heel jaar maar steeds over één maand. In de zomermaanden lever je veel meer terug dan dat je opneemt en voor dat positieve verschil krijg je het lage bedrag van € 0,09 per kWh terug. In de wintermaanden neem je juist veel meer uit het net op dan de zonnepanelen opwekken en voor dat negatieve verschil betaal je € 1,00 per kWh. Op jaarbasis scheelt het maandelijks salderen i.p.v. het jaarlijks salderen honderden euro’s. De Autoriteit Consument en Markt vindt het wenselijk dat salderen over een jaar heen gebeurt en niet maandelijks maar kan het niet afdwingen omdat de wet het niet voorschrijft. Het is overigens wel de bedoeling dat dit in de nieuwe energiewet komt.
Afbouw van de salderingsregeling na 1 januari 2025
Na meerdere jaren uitstel, lijkt het er nu op dat vanaf 1 januari 2025 tot 2031 de salderingsregeling geleidelijk wordt afgebouwd. Maar dat staat nog steeds niet vast, het kan nog verder opschuiven. Betekent dit dat je dan niets meer terugkrijgt voor de stroom die je terug levert? Nee hoor, de vergoeding voor het terug leveren spreek je later af met je energieleverancier, met een door de overheid voorgeschreven minimum.
Hoe gaat het dan in zijn werk? In de tabel zie je hoe de saldering wordt afgebouwd. Het begint met een grote stap in 2025: in dat jaar mag je nog 64 procent van de geleverde stroom salderen. De rest lever je terug tegen een afgesproken vergoeding. Milieu Centraal gaat nu uit van € 0,09 per kWh. Het salderingspercentage blijft ook in 2026 nog 64%. Daarna wordt het in stappen verder afgebouwd. Vanaf 2031 kun je helemaal niet meer kan salderen. Je krijgt dan een vergoeding voor elke kWh stroom die je aan het net levert, met een door de overheid voorgeschreven minimum. Milieu Centraal rekent nu met € 0,09 per kWh. De nieuwe regeling geldt voor iedereen, of je nu al zonnepanelen hebt of ze nog gaat kopen.
In het plaatje hierboven wordt de afbouw van de saldering in beeld gebracht. Zou je pas in 2031 zonnepanelen aanschaffen, dan wordt de terugverdientijd weliswaar 11,5 jaar maar alles daarna tot einde levensduur (25 jaar) is nog steeds pure winst.
Laatste goede nieuws: prijsplafond geldt voor netto verbruik na saldering
In 2023 geldt een prijsplafond voor elektragebruik tot 2900 kWh. Dan betaal je € 0,40 voor elke kWh. Is je verbruik boven 2900 kWh dan betaal je voor het meerdere het tarief van je energieleverancier, zeg € 1,00 per kWh.
Heb je zonnepanelen, dan wordt eerst je netto verbruik na saldering vastgesteld en daarop wordt het prijsplafond toegepast. Een voorbeeld: Je jaarverbruik is 4000 kWh en je zonnepanelen brengen 3000 kWh op.
- Situatie in 2022 met zonnepanelen: je betaalt aan de leverancier 4000 – 3000 = 1000 kWh à € 1,00 = € 1000.
- Situatie in 2023 zonder zonnepanelen met prijsplafond: je betaalt aan de leverancier 2900 kWh à € 0,40 + 1100 kWh à € 1,00 = € 2260
- Situatie in 2023 met zonnepanelen en met prijsplafond: de eerste 3000 kWh worden gesaldeerd. Blijft over 1000 kWh à € 0,40 = € 400.
Conclusie: Bij een verbruik van 4000 kWh en een opbrengst van de zonnepanelen van 3000 kWh betaal je dus in 2023 € 2260 zonder zonnepanelen en € 400 met zonnepanelen. Een verschil van € 1860! 3000 kWh opbrengst realiseer je met 9 panelen van 400 Wp en de investering daarvoor is ongeveer € 5400. In één jaar heb je dus al een derde van je investering terugverdiend.
Aanbevelingen
- Investeer zo snel mogelijk in zonnepanelen: dan profiteer je zo veel mogelijk van de saldering en van het prijsplafond in 2023 (en 2024?).
- Neem maximaal zoveel panelen dat ze totaal je huidig verbruik opbrengen. Tenzij je op relatief korte termijn een warmtepomp(boiler) of een elektrische auto wilt aanschaffen. Dan ga je immers meer verbruiken.
- Als je verwacht in de toekomst meer panelen nodig te hebben, laat dan de panelen zo leggen dat er straks nog ruimte over is. En kies voor Enphase omvormers: wel iets duurder maar makkelijker en goedkoper uit te breiden.
- Laat de panelen – als dat kan – zoveel mogelijk in de oost-west richting leggen. Dan wordt de opbrengst gelijkmatiger verspreid over de dag. Dat is na afbouw van de saldering het meest gunstig omdat je dan zelf direct meer stroom in huis verbruikt.
- Wen er aan om je (vaat)wasmachine te laten draaien als de zon schijnt.
- Thuisbatterijen zijn nu nog erg duur maar worden hopelijk snel goedkoper. Hou plaats ervoor vrij en – voor de techneuten – kies een systeem dat al optimaal daarop is voorbereid.
27 november 2022,
Marc Vintges